Kinderalimentatie
Veel gestelde vragen over kinderalimentatie
Is kinderalimentatie netto?
Kinderalimentatie is netto. je hoeft over ontvangen kinderalimentatie geen belasting te betalen. Ook krijg je geen belastingaftrek als je kinderalimentatie betaalt.
Hoe lang moet je kinderalimentatie betalen?
De biologische vader en moeder hebben een onderhoudsplicht tot het kind de leeftijd van 21 jaar bereikt. Dat is voor hen ook zo als er geen ouderlijk gezag is of als er geen omgang met de kinderen is.
Alleen in het geval het jongmeerderjarige kind (18-21) zelf in zijn levensonderhoud voorziet door bijvoorbeeld een baan, kan het zo zijn dat er geen of nauwelijks nog behoefte is aan een bijdrage van zijn ouders. Het is aan de ouder om aan te tonen dat deze situatie zich voordoet.
Ingeval één van de ouders trouwt en het kind op die plek woont, is de stiefouder voortaan ook verplicht om bij te dragen in de kosten van het betreffende kind. Ook zijn/haar draagkracht moet dan berekend worden. Daarbij moet natuurlijk wel rekening gehouden met het feit dat deze stiefouder wellicht ook zelf nog kinderen heeft (uit het vorige huwelijk of relatie)
Soms moet je langer voor je kind betalen. Nogal eens wordt in het echtscheidingsconvenant afgesproken tussen ouders dat zij blijven bijdragen aan de kosten van de studie van hun kind zolang hij studeert. In dat geval moet je wellicht dus bijdragen aan je kind, terwijl hij ouder dan 21 jaar is.
Ook kan de rechter bepalen dat een ouder voor zijn kind moet betalen op grond van art. 1:392 BW lid 2 als dat kind behoeftig is. Het kind kan dan ouder dan 21 jaar zijn.
Aan wie moet je de kinderalimentatie betalen?
Totdat het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, heeft de verzorgende ouder recht op de kinderalimentatie. De ouder is de rechthebbende.
Vanaf 18 jaar moet de kinderalimentatie aan het kind betaald worden. Alleen als het kind en de ouders daarmee instemmen, kan de alimentatie aan de verzorgende ouder betaald blijven worden. Dat is vaak handig als het kind nog inwonend is.
Is er een minimumbedrag voor kinderalimentatie?
Sinds de wijziging van de draagkrachtregels van kinderalimentatie per 1 april 2013 is er in principe een minimumbedrag dat iedere ouder moet bijdragen in de kosten van de kinderen.
De enige uitzondering is als de verzorgende ouder een participatiewet-uitkering (een bijstandsuitkering) ontvangt. Dan wordt er aangenomen dat de betreffende ouder geen draagkracht heeft.
Voor zover het inkomen lager is dan € 1.450 netto per maand wordt uitgegaan van een minimumdraagkracht van € 25 voor één kind en € 50 voor twee of meer kinderen.
Na draagkrachtvergelijking, zeker als de andere ouder een behoorlijk inkomen heeft, kan dit bedrag nog aanzienlijk lager worden.
Wat kun je doen als de kinderalimentatie niet betaald wordt?
Indien de onderhoudsplichtige ouder niet betaalt, kan de andere ouder het LBIO, het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, inschakelen om de achterstallige kinderalimentatie te innen.
Het LBIO int de alimentatie als de betalingsplichtige ex-partner in gebreke blijft alleen als:
-
de bijdrage door de rechter is vastgesteld;
-
er minimaal één maand achterstand is (je ontvangt niets of te weinig);
-
de betalingsachterstand minimaal € 10,- is;
-
voor een achterstand die op het moment van je verzoek niet ouder is dan 6 maanden (hieronder valt ook een rechterlijke uitspraak die binnen de afgelopen 6 maanden is afgegeven en waarin een bijdrage met terugwerkende kracht is opgelegd);
-
als je betalingsplichtige ex-partner op de hoogte is gesteld van het bankrekeningnummer waarop hij/zij de alimentatie over kan maken.
Als het LBIO de inning van alimentatie overneemt, betaalt de onderhoudsplichtige ouder de betreffende kosten, de opslagkosten, betalen.
deze kosten worden bij de onderhoudsplichtige in rekening gebracht door een opslag op de achterstand en de maandelijks te betalen bijdrage. De opslag bedraagt 15% op de achterstand met een minimum van € 19,00. Over de maandelijks te betalen bijdrage wordt eveneens een opslag van 15% met een minimum van € 19,00 berekend.
Ook kan ervoor gekozen worden een deurwaarder in te schakelen. In dat geval zijn er wel bijkomende kosten voor de alimentatiegerechtigde ouder.
Verhaal van kinderalimentatie
Indien een van de ex-partners in de bijstand beland (een beroep doet op de Participatiewet) dan zal de gemeente standaard onderzoeken of bij de andere ouder geen verhaal kan plaatsvinden.
De gemeente stuurt dan een brief met het verzoek bewijzen van het inkomen en de lasten te overleggen.
Vervolgens wordt door de gemeente de hoogte van de verhaalsbijdrage vastgesteld.
Ook indien partijen zijn overeengekomen dat er geen alimentatie hoeft te worden betaald, kan de gemeente verhaal van bijstand plegen. Dit staat in art. 1:159a BW.