top of page
De nieuwe wet over partneralimentatie
​
De wet herziening partneralimentatie
gaat in op 1 januari 2020. Deze wet bevat belangrijke nieuwe regels over de verkorting van de duur van de partneralimentatie. De maximale termijn voor partneralimentatie is nu 12 jaar en dit wordt in de nieuwe wet teruggebracht naar maximaal 5 jaar. Er zijn enkele uitzonderingen op die nieuwe regel.
​
Wat staat er in de nieuwe wet Herziening Partneralimentatie?
De hoofdregel is voortaan: De maximale duur van de partneralimentatie is gelijk aan de helft van de duur van het huwelijk tot een maximum van 5 jaar. Op de hoofdregel zijn er 3 uitzonderingen.
De hoofdregel partneralimentatie is tot 1 januari 2020: maximaal 12 jaar en bij huwelijken korter dan 5 jaar zonder kinderen: de duur van het huwelijk.
De mogelijkheid voor de alimentatiegerechtigde om na de maximale alimentatieduur (art. 1:157 lid 5 BW) verlenging te vragen, blijft bestaan en is mogelijk iets gemakkelijker geworden. (zie verderop).
Voorbeeld 1: Wanneer u 20 jaar getrouwd bent, bestaat recht op betaling van partneralimentatie gedurende maximaal 5 jaar (er kan een uitzondering zijn, zie hierna)
Voorbeeld 2: Wanneer u 7 jaar bent gehuwd, bestaat maximaal recht op betaling van partneralimentatie gedurende 3½ jaar. (er kan een uitzondering zijn, zie hierna)
Uitzondering 1: Wanneer u gaat scheiden en de kinderen jonger zijn dan 12 jaar, dan eindigt de partneralimentatie niet eerder dan dat het jongste kind de 12-jarige leeftijd bereikt.
Voorbeeld: U bent 8 jaar gehuwd en heeft twee kinderen van 6 en 4 jaar, dan eindigt de partneralimentatieverplichting op het moment dat het jongste kind 12 jaar wordt. De totale alimentatieduur is dan 8 jaar (en niet 4 jaar volgens de hoofdregel).
Uitzondering 2: Wanneer het huwelijk op het moment van indiening van het verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank minimaal 15 jaar of langer heeft geduurd én de alimentatiegerechtigde ten hoogste 10 jaren jonger is dan de toepasselijke AOW-leeftijd (nu: 57 jaar of ouder), geldt de verplichting tot betaling van partneralimentatie totdat de alimentatiegerechtigde de AOW-leeftijd bereikt.
Voorbeeld: Wanneer u 20 jaar gehuwd bent en de alimentatiegerechtigde is 58 jaar oud, dan eindigt de partneralimentatieverplichting op het moment dat de alimentatiegerechtigde 67 jaar is. De totale alimentatieduur is dan 9 jaar (en niet 5 jaar volgens de hoofdregel).
Uitzondering 3: Wanneer het huwelijk op het moment van indiening van het verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank minimaal 15 jaar of langer heeft geduurd én de alimentatiegerechtigde geboren is voor 1 januari 1970, duurt de partneralimentatie maximaal 10 jaar.
Voorbeeld: Wanneer u 20 jaar gehuwd bent en de alimentatiegerechtigde is 51 jaar oud, dan eindigt de partneralimentatieverplichting na 10 jaar (en niet na 5 jaar volgens de hoofdregel).
Wat betekent de nieuwe wet voor mij op dit moment?
Op dit moment verandert er voor u helemaal niets. wel kunt u desgewenst vooruitlopen op de nieuwe wet. Ook kunt u ervoor zorgen dat de oude wet op u van toepassing blijft door voor 1 januari 2020 een verzoekschrift tot echtscheiding in te laten dienen door uw advocaat.
Wat betekent de wet herziening partneralimentatie voor mij per 1 januari 2020?
De nieuwe wet gaat alleen gelden voor echtscheidingsverzoeken die zijn ingediend vanaf 1 januari 2020.
Wanneer het echtscheidingsverzoek voor 1 januari 2020 is ingediend, dan blijft de oude wet van toepassing en geldt dus een maximale alimentatieduur van 12 jaar. Voor oude gevallen blijft alles zoals hetzelfde.
Wat zijn oude gevallen?
-
Gevallen waarin al eerder alimentatie is vastgesteld voor 1 januari 2020.
-
Gevallen waarin de procedure tot echtscheiding voor 1 januari 2020 is gestart, zelfs in het geval de partneralimentatie na 1 januari 2020 wordt gevraagd bij aanvullend verzoek.
-
Gevallen waarin partijen alimentatie zijn overeengekomen voor 1 januari 2020.
Wat kan ik doen als ik niet onder wet herziening partneralimentatie val, maar onder de ‘oude gevallen’?
Als de wet herziening partneralimentatie niet op u van toepassing is, kunt u op grond van een relevante wijziging van omstandigheden wijziging van alimentatie vragen. Dat kan overigens niet als u een zogenaamd niet-wijzigingsbeding heeft afgesloten.
Gevallen waarin verhoging van partneralimentatie gevraagd kan worden:
zijn onder andere:
-
Een hoger salaris van de alimentatieplichtige.
-
Het gaan samenwonen van de alimentatieplichtige.
Uitgangspunt is dat de partner de helft van de woonlasten betaalt, waardoor de alimentatieplichtige minder lasten heeft en een hogere alimentatie kan betalen.
-
Ontslag van de alimentatiegerechtigde
-
Het eindigen van de kinderalimentatie voor één of meer kinderen. Hierdoor krijgt de alimentatieplichtige kan vaak een hogere partneralimentatie worden betaald.
Gevallen waarin verlaging van partneralimentatie gevraagd kan worden:
zijn onder andere:
-
Ontslag of een lager salaris van de alimentatieplichtige.
-
Het wegvallen van de gebruikelijke bonus of andere salariscomponenten.
-
De verminderde aftrek van partneralimentatie. De aftrek van partneralimentatie in de inkomstenbelasting gaat enorm omlaag van bijna 52% (in 2019) via 46% (in 2020), 43% (in 2021) en 40% (in 2022), uiteindelijk nog maar 37% in 2023. Nu bij de vaststelling van partneralimentatie rekening is gehouden met de aftrek, is de partneralimentatie die op basis van hetzelfde inkomen betaald kan worden veel lager.Voorbeeld: Jeroen betaalt in 2019 een partneralimentatie van bruto 2000 euro per maand. In 2019 (er is dan 51,75% belastingaftrek) krijgt Jeroen (2000 x 0,5175=) 1035 euro van de belastingdienst terug aan inkomstenbelasting. De door hem betaalde partneralimentatie kost hem dus (bruto betaald 2000 – terugontvangen 1035 =) 965 euro netto. In 2023 (belastingaftrek is dan nog maar 37%) krijgt Jeroen nog maar (2000 x 0,37=) 740 netto terug van de belastingdienst. De partneralimentatie kost hem in dat jaar (2000-740=)1260 euro netto. Dat is bijna 300 euro netto meer.vIn dit geval zal de alimentatie in 2023 ingrijpend omlaag gaan naar een brutobedrag dat overeenkomt met 965 euro netto. Dat zal in 2023 neerkomen op een partneralimentatie van circa 1550 euro bruto. Dat is dus 450 euro bruto minder dan in 2019, nog afgezien van de indexering die bijna altijd wordt toegepast.
bottom of page